‘Als door stormwind een tak is losgescheurd van een rode beuk, zal de tak spoedig verdorren. Zonder levensstroom in een boom kunnen takken niet groeien, is er geen wasdom, sterven ontelbare bladeren, verdort het hout. Eens, Omuerte, stak er in jouw leven een stormwind op, maar je herinnert je dat niet meer, want je leven is stilstaand water geworden. De rivier des levens in je is bijna uitgedroogd en er is nauwelijks nog water dat kan uitstromen in de oceaan van leven. Lang geleden stroomde de rivier des levens door de open bedding van je leven, verdween soms tussen rotsspleten onder de grond, kwam elders weer boven om verder te stromen, totdat ze wegzonk in de zandbank van je geest.

Kijk naar de rivier daarginds, waar het wegsijpelende water van deze wasplaats in uitstroomt. Er liggen grote keien in, en boomstammen waartegen het slib van de rivier zich heeft opgehoopt. Sommige steken boven het water uit, andere liggen eronder verscholen. Het water stroomt erlangs of eroverheen en slijt een stil verhaal in het geheugen van de tijd. Ook in de stroom van jouw levens kwamen keien en boomstammen tezamen. Onwetend wierp je ze er zelf in, een voor een, jaar op jaar. Keien gestold leven en boomstammen zonder wortels, waartegen het slib van je daden zich ophoopte – hindernissen in je geest. Het levenswater in je bleef stromen, maar zonk steeds verder weg in je verzande geest. Je hart slibde dicht, verhardde tot in zijn kern. Heimwee verspreidde zich als wier aan het oppervlak van stilstaand water, totdat je huid verstikte. Dode vingers reikten tevergeefs naar de nachtelijke hemel, waaraan al je sterren van hoop waren uitgedoofd. Je geest sloot zich als een waterlelie in de nacht en eenzaamheid trok je naar een bodemloze diepte, ontnam stap voor stap je spraak, gaf je het gevoel afgescheiden te zijn van je innerlijke bron. Een treurwilg werd je aan de rand van vertroebeld water dat je zelf bijeen had gehuild. Maar nimmer ben je afgescheiden van de bron. Afgescheidenheid bestaat alleen in de gesloten wereld van dode namen.’
Marcel Messing
Uit: De Meester van de Eindtijd, Altamira, Haarlem 2011, p. 85-86

‘Wij hebben te veel wetenschappers, te weinig mensen van God.
Wij hebben de geheimen van het atoom ontraadseld en de Bergrede verworpen.
Onze wereld is er een van nucleaire reuzen en ethische dwergen.
Wij weten meer van oorlog dan van vrede, beter hoe te doden, dan hoe te leven.’
Generaal Omar N. Bradley,
( Boston op 10 november 1948)
‘De duisternis die we vandaag de dag in onze wereld zien is toe te schrijven
aan het uiteenvallen van dingen die in harmonie met Gods wetten zijn.
Het grondconflict is er niet een tussen volkeren, maar tussen twee tegengestelde overtuigingen.
De eerste is dat kwaad overwonnen kan worden door meer kwaad en dat het doel de middelen heiligt.
Deze overtuiging is erg dominerend in onze huidige wereld.
Het is de weg van de oorlog.
Het is het officiële standpunt van elke grote mogendheid.
Daarnaast is er de weg die tweeduizend jaar geleden werd onderricht:
om kwaad met goed te overwinnen, en dat is mijn weg, de weg die Jezus ons leerde.
Verlies nooit je vertrouwen: uiteindelijk zal Gods weg zegevieren.
Peace Pilgrim

‘Er zal geen vrede onder de mensen zijn
zolang er geen tuin van broederschap op aarde is.
Want hoe kan er vrede zijn
als ieder mens uit is op zijn eigen voordeel
en zijn ziel in slavernij verkoopt?
Jij, kind van licht,
verenig je met je broeders en zusters
en ga dan samen op weg
om de paden van de Wet te onderrichten
aan hen die het willen horen.
Hij die vrede heeft gevonden
met de broederschap der mensen
heeft zichzelf gemaakt
tot medewerker van God.
Ken deze vrede met je geest,
verlang naar deze vrede met je hart,
vervul deze vrede met je lichaam.’
Esseense evangelie van vrede

MYSTIEK HART
Het hart heeft redenen
die het verstand nimmer begrijpen kan.
Zonder na te denken is het wijs
zonder logica bevat het alles
de stille woorden die het spreekt
kloppen altijd
dag en nacht.
Het hart heeft een luisterorgaan
dat het menselijk oor overtreft.
Het wikt en weegt
zonder ooit te kiezen.
Het hart heeft een stem
die zich nergens op beroemt.
Stiller dan stilte tussen duizend woorden
fluistert het sprakeloos alles in.
Het hart heeft lippen van liefde
die alle zoete kussen doen verstillen
omdat het steeds de Ene kust
in omhelzing van het Zelf.
In ons lichaam als burcht
staat de graalbeker in het hart.
Van daaruit straalt alleen maar licht
als het licht der werelden.
Het hart tast als eerste alle dingen af
met onzichtbare vingertoppen vol gevoel.
Als de nacht zich spreidt
straalt nog steeds het hart.
Kom mensenkind,
luister toch naar de taal van het hart
de zoete fluisterwoorden van de stilte
waarin de volheid rust van gans het Al.
Kom mensenkind,
nu de wereld zo verduisterd is
onwetendheid zetelt op de troon der blinden
onbegrip, misverstand, wrok en ruwe woorden
verdwaasde geesten voeden
het vuur van haat
in velden van strijd wordt aangewakkerd
velen het pad van licht
zijn kwijtgeraakt
de glans van liefde dreigt te doven
wolken van boosheid door een lege hemel drijven,
laat juist nu je hart spreken.
Niet met de stem
van kracht en macht
niet met woorden van verleden
niet met de taal van valse beloftes
voor een onvervulbare toekomst,
maar met de edele stem
van de stilte vóór het woord
de stem van waarheid
die kaarsrecht door de straten loopt
van hen die dronken zijn van de wereld
de stem van heelheid
die kreupelen van geest
opwekt uit een diepe slaap.
Kom mensenkind,
laat spreken nu het kosmische hart
dat spreekt door de stiltekamer van je eigen hart
en klopt in boezems van liefde
dat taal van licht en liefde spreekt
van één en één
en nogmaals één
van vrede en vrijheid
van vriendschap en vreugde.
O mystiek hart,
zo lang verzwegen en verguisd
herleid tot mechanische spier
getransplanteerd door handen
die kloppend leven niet meer voelen
verdrongen door hoofden vol van zichzelf
verwezen naar ruimtes
kleiner dan het ik,
open sta ik voor uw onmetelijke liefde.
O mystiek hart,
verhef in deze donkere dagen onze ziel
tot in de hoogste hemelen der wijsheid
en ver daarboven,
waar hoog en laag vervloeien
in een zee van licht
waar geboorte en dood
niet meer bestaan
waar druppel en oceaan vervloeien
en het geheim van het ‘Ik Ben’
altijd aanwezig is.
O mystiek hart,
ik voel u, ik hoor u, ik smaak u
als de hartenklop
van het eeuwig
AUM!
Marcel Messing
(openingstekst themadagen ‘Mystiek van het hart’ op 2, 3 en 9 april 2011)
‘Jezus heeft gezegd:
Als zij tegen jullie zeggen:
Waar komen jullie vandaan?
zeg hun dan:
Wij zijn gekomen uit het licht
daar waar het licht uit zichzelf is ontstaan,
en zich in hun evenbeeld heeft geopenbaard.’
Evangelie van Thomas, logion 50