Zijn gelaat stralend als duizend zonnen,
zijn ogen licht in licht,
zijn wenkbrauwen twee hemelbogen,
zijn oren schelpen van stilte,
zijn neus, fijn gevormd en licht gewelfd,
zijn lippen teer en bijna transparant,
zijn haar lang golvend,
zijn baard met duizenden fijne krulletjes.
Ik heb hem gekend,
tot de dag van vandaag
is zijn wezen mijn wezen.
Jezus.
Rank zijn gestalte,
stralend zijn voorkomen,
lange prachtige vingers
vol warmte en liefde
bij ieder gebaar,
in de palm van zijn handen
vloeiden verleden en toekomst samen
tot dat éne moment
van Ik ben die Ik ben.
Nu eens blootsvoets
dan weer op sandalen.
Zijn edele voeten
raakten de aarde
in dorp en stad,
in velden en in de bergen,
iedere voetstap
een afdruk van lieflijke vrede
in de zachte huid van Moeder Aarde.
Ik heb hem gekend,
tot de dag van vandaag
is zijn hartenklop mijn hartenklop.
Jezus.
Zijn liefdevolle woorden,
soms streng,
soms licht bedroefd,
gedragen door waarheid en liefde,
maakten velen wakker uit een diepe slaap,
waren kostbaar zaad in het hart
van duizenden en duizenden.
Waar hij was
verzamelden zich altijd mensen rondom hem,
en zoals bijen dansen rondom de open kelk
van de bloeiende bloem
op zoek naar honing,
zo dronken zwermen mensen
de waarheid van zijn lippen.
Waar hij kwam
veranderde de wereld,
de wereld ín de mens
de wereld van hechten en grijpen
de wereld van illusie en duisternis.
Waar hij kwam
was het rijk der hemelen
voelbaar in het hart
als onverbrekelijke eenheid van al wat is,
als alles doordringende liefde,
als licht in licht,
als ontspanning van lichaam en geest.
Waar hij kwam
kon de boom van tweeheid
niet meer wortelen,
vervaagde alle tweeheid
in de leegte van een.
Ik heb hem gekend,
tot de dag van vandaag
is hij adem van mijn adem.
Jezus.
Rondom hem zijn intieme leerlingen,
mannen en vrouwen,
gehuwd en ongehuwd,
vrij van wereldse banden,
vrij van bezit en bezeten worden,
zij die de mysteriën van het licht
konden verstaan met een open hart.
Rondom hem de innige liefde van de vrouwen,
Maria, zijn moeder,
Martha, die hem diende
en vooral Maria van Magdala,
zijn trouwe, ingewijde levensgezellin,
zijn voeten teder masserend
met olie van kruiden
vermengd met tranen
van liefde voor haar meester,
haar geliefde,
die vanuit het Licht
haar lippen beroerde.
Ontroering verspreidde zich
maar ook jaloezie en onbegrip
bij hen die de geestelijke liefde niet konden verstaan.
Ik heb hem gekend,
tot de dag van vandaag
is hij geur en smaak van mijn geur en smaak.
Jezus.
In zijn naam
werd gezocht naar liefde en waarheid,
vrede en stilte,
geluk en het eeuwige leven.
In zijn naam
werd gebeden en aanbeden,
werden kloosters en scholen gebouwd,
zieken verzorgd en tallozen bekeerd.
In zijn naam
werden kruis en zwaard
op het evangelie gelegd,
verrees de christelijke beschaving.
In zijn naam
werd er gefolterd, gedood en geplunderd,
een godsdienst vol macht gesticht,
de vrouw in de man ontkend,
werden er kerken en kathedralen gebouwd,
kruistochten en oorlogen gevoerd,
brandstapels opgericht.
En dat uitgerekend in naam van hem,
die zelf geweldloos was,
in wiens hart liefde en barmhartigheid bloeiden,
wiens handen altijd open en leeg waren,
die handelde zonder te handelen
en leefde vanuit de Vader,
de grondeloze liefdesenergie,
gedragen door de Moeder,
het vorm geworden zijn.
Ik heb hem gekend,
tot de dag van vandaag
is hij het zijn van mijn zijn.
Jezus.
Nu is de tijd aangebroken
dat zijn geheimenissen,
verborgen gehouden door valse leraren,
vanaf de daken verkondigd gaan worden,
dat de kruik van de Waterman overloopt
en de rivieren der gnosis
zich bruisend in het hart storten
van hen die dorsten
naar het water des levens.
Nu is de tijd aangebroken
dat de muren van macht instorten,
de dogma’s van onwaarachtigheid
worden weggevaagd door golven van inzicht,
de troon van pracht en praal doormidden breekt
door de kracht van de helende Geest
en de zetel van eenvoud en waarheid verrijst.
Nu is de tijd aangebroken
dat de oogst van innerlijke groei
zichtbaar wordt op schoven van waarheid en liefde,
de zoeker één wordt met het gezochte,
de geliefde de Liefde hervindt
en de mystieke bruiloft
eindelijk voltrokken kan worden.
Nu is de tijd aangebroken
dat de naam van Jezus als een mantra
over de wereld gaat
en in het hart zal klinken
van hem of haar
die oren heeft om te horen.
Nu is de tijd aangebroken
dat de graalbeker van het eeuwige Licht
terugkeert op Aarde
en al degenen verlichten zal
die de duisternis in zichzelf overwonnen
en ogen hebben om het Licht te zien.
Vanuit de grondeloze Stilte
wordt het Woord weer vlees
in de moeder der duizend dingen,
verklankt als grondtoon van het Zijn.
Rust in beweging.
Ik heb hem gekend,
tot de dag van vandaag
is hij de stilte in de stilte van mijn woorden.
Jezus.
© Marcel Messing
najaar 2000
Afbeeldingen zijn van de kunstenaar Yongsung Kim
Dit gedicht werd door Marcel voorgelezen in het najaar van 2010
in de abdij van Zevenkerken te Brugge aan het eind van de lezing
‘Het huis op de rots gebouwd’, naar aanleiding van het gelijknamige boek,
dat onlangs opnieuw verscheen bij Obelisk Boeken.