Drie oudere dichtbundels van Marcel samengevoegd in een mooie nieuwe uitgave.
‘Lethe’ (1981), ‘Weefgetouw tijd’ (1985) en ‘Voorbij het Ene’ (1986)
De gedichtencyclus Tussen Tijd en Tijdloosheid, een aaneenschakeling van drie opeenvolgende dichtbundels, balanceert tussen vergetelheid en een zich-herinneren, tussen niet-weten en weten van het oorspronkelijk bestaan, tussen worden en zijn, tussen tweeheid en eenheid, tussen leven en dood…en uiteindelijk tot voorbij dit alles.
De poëzie van Marcel Messing wortelt diep in het cyclische bestaan van leven en dood. Door leven in, leven uit te drinken uit de rivier der vergetelheid herinneren we ons niet meer wat we werkelijk zijn en zijn we onwetend geworden van het oorspronkelijk bestaan, totdat ‘schaduw zacht een ieders ziel roept’. Dan stroomt een zich-herinneren ‘zacht uit slib’ langzaam terug ‘naar verloren bron’. (Lethe)
‘Langzaam’… In het hier en nu kan af en toe een glimp worden opgevangen van het oorspronkelijk bestaan en ‘exploderen ruimte en tijd in één moment van werkelijk zien’. In zo’n onweegbaar moment wordt het bewustzijn boven zichzelf uitgetild en wordt met woorden van tekort geschreven: ‘Even valt de stilte in ontelbare lichtatomen uiteen.’ (Weefgetouw tijd)
Voor de dichter is al het zijn een worden, heerst overal de cyclische werking van geboorte-dood en dood-geboorte en is er nergens een vast punt, zelfs niet in de eenheid der dingen of in de eeuwigheid. Dan geldt slechts: aan ‘eenheid gestorven, zonder dood, voorbij het ene’. (Voorbij het Ene)
Marijke Messing, januari 2023