2022 April: En hoe nu verder? Oproep aan jong en oud

2022 April: En hoe nu verder? Oproep aan jong en oud

Lijst van Nieuwsbrief

2022 April: En hoe nu verder? Oproep aan jong en oud

Nieuwsbrief april 2022

Deel 2 van deze nieuwsbrief start met de beschrijving over hoe Marcel in aanraking kwam met de oude gnostieke teksten en daarna beschrijft hij het innerlijk pad dat voor iedereen open ligt. Daarin speelt de gnostiek een grote rol maar het wordt beschreven vanuit verschillende oogpunten en tradities. Hij schrijft over hoe de mens het lichtrijk is vergeten en de rol van de archonten, gevallen wachters hierin. Hier op aarde vindt de strijd tussen licht en duisternis plaats, het is aan ons de weg van het licht te gaan en dat kan enkel wanneer we doorzien wat er op deze aarde plaatsvindt en we van binnenuit het pad van licht willen gaan, een pad van ware bevrijding.

En hoe nu verder?
Oproep aan jong en oud, deel 2

Jezus zegt:
‘Als ze jullie vragen,
waar komen jullie vandaan?
antwoordt hun dan,
wij komen uit het Licht,
daar waar het Licht uit zichzelf is ontstaan.’
Evangelie van Thomas, logion 50

Evangelie van Thomas en de Nag Hammadi-geschriften
Het Evangelie van Thomas is de oudste bron over Jezus die bekend is. Het behoort tot een van de belangrijkste gnostische teksten uit de Nag-Hammadigeschriften, zo genoemd naar het plaatsje Nag-Hammadi in Boven-Egypte. Deze belangrijke handschriften, verborgen in een kruik, werden in 1945 ‘bij toeval’ ontdekt door een eenvoudige boer, Muhammad ‘Ali al-Samman.

Thomas Evangelie

Het duurde jaren voordat deze handschriftenvondst tot de buitenwereld doordrong, vooral veroorzaakt door wetenschappelijke ambities en touwtrekkerij van allerlei autoriteiten en handelaren. Het is mede dankzij de internationaal bekende hoogleraar Gilles Quispel (1916-2006), dat de gnostische geschriften grote bekendheid kregen. Bevriend met psychoanalyticus Carl Gustav Jung, wist Quispel met steun van het Jung-Instituut te Zürich de dertiende codex te kopen. Deze zogeheten Jung Codex bevat vijf onbekende geschriften uit de school van de gnosticus Valentinus. Dit manuscript keerde na uitgave naar Egypte terug op voorwaarde dat alle 52 bij Nag Hammadi gevonden geschriften zouden worden uitgegeven.
Twee oude tv opnamen kunt u hier bekijken: Deel 1Gnosis en de kennis van het hart met Gilles Quispel en de vinder van de geschriften Muhammad ‘Ali al-Salman en Deel 2 Gnosis en de katharen

In een gesprek met Gilles Quispel in 1989 voor het oog van de televisiecamera legde Muhammad enigszins stug en verlegen uit hoe een en ander verlopen was. Op een van zijn vele reizen naar Egypte wist professor Quispel in 1956 in het Koptisch Museum een kopie te verwerven van de toen nog altijd onuitgegeven tekst van het Evangelie van Thomas. Na zijn terugkeer heeft hij een Nederlandstalig commentaar op het Evangelie van Thomas geschreven, die hij gebruikte tijdens zijn colleges. Samen met enkele andere internationale geleerden heeft hij een wetenschappelijke commentaar samengesteld, die door uitgeverij Brill in Leiden is gedrukt, maar nooit uitgegeven. De twee belangrijkste Nederlandse vertalingen en commentaren van zijn hand zijn Het Thomasevangelie in de Nederlanden (1971) en Het Evangelie van Thomas. Uit het Koptisch vertaald en toegelicht (2004). Voor de editie van 2004 heeft hij geput uit zijn eerste onuitgegeven commentaar en latere commentaren, waaraan hij met onderbrekingen vanaf 1956 heeft gewerkt. Zijn internationale studies over het Evangelie van Thomas en Valentinus en zijn Evangelie der Waarheid zijn hoogtepunten van zijn wetenschappelijke carrière en spirituele levensweg. Daarnaast verschenen vele andere gnostische studies van zijn hand in internationale tijdschriften en verzamelbundels.

Tijdens zijn laatste reis naar Egypte, waar hij gestorven is (toeval?), gaf hij zijn laatste college op verzoek van theoloog en auteur Tjeu van den Berk. ‘Hij begon als volgt’, zo vertelt van den Berk: ‘Dames en heren, er zijn groene Amsterdammers, dat zijn atheïsten – en atheïsme is een ziekte. En dan zijn er de ontstellend rechtse dominees die mij mijn leven lang op mijn nek hebben gezeten en die niets begrepen hebben van de gnosis. Maar, ik moet erbij zeggen, tegenwoordig word ik ook bij de VPRO uitgenodigd!’
‘Zelfs de Vara en de V.P.R.O. staan te trappelen op mijn stoep,’ schreef hij mij op 13 februari 2015 en: ‘Ondanks mijn leeftijd moet ik nog altijd propaganda maken voor mijn uitgave van het Evangelie van Thomas.’ Wie Gilles persoonlijk heeft mogen kennen weet dat hij geen blad voor de mond nam. Een man die steeds open en bloot zijn mening gaf en decennia tegen de stroom van dogmatisme en vastgeroeste ideeën in zwom. Zijn volharding en toewijding heeft de laatste decennia van zijn leven eindelijk vrucht afgeworpen.

Eveneens in 2004 verscheen van de hand van Jacob Slavenburg en Willem Glaudemans een volledig herziene en geactualiseerde editie van hun tweedelige editie van 1994-1995 over de Nag-Hammadigeschriften onder de titel De Nag Hammadigeschriften. Een integrale vertaling van alle teksten uit de Nag Hammadi Codices en de Berlijnse Codex, met een voorwoord van Gilles Quispel.

Al in de jaren tachtig had Paul Kluwer van Uitgeverij Ankh-Hermes mij benaderd of ik bereid was om met een aantal collegae de Nag-Hammadigeschriften te vertalen en toe te lichten in de vorm van een reeks kleine boekjes. Helaas had ik daar de tijd niet voor, gezien mijn eigen publicaties. Ik heb toen contact opgenomen met Jacob Slavenburg, die, samen met Willem Glaudemans, voor de bovengenoemde standaardeditie voor het Nederlands taalgebied heeft gezorgd. Deze editie bereikt nog steeds een groot publiek.

Uitgeverij Brill te Leiden publiceert al enkele decennia de reeks ‘Nag Hammadi Studies’, waarin onder andere L’Évangile selon Thomas verscheen van de Franse hoogleraar Jacques-É. Ménard (1975).
Onder redactie van professor James M. Robinson verscheen in 1977 The Nag Hammadi Library in English, waarin alle Nag-Hammadigeschriften zijn gebundeld. Dit boek ondervond nogal wat kritiek van vooral professor Quispel vanwege de vele fouten en het gebrek aan ‘gevoel voor gnosis’. In 1979 verscheen het boek The Gnostic Gospels van professor Elaine Pagels en een jaar later de Nederlandse vertaling ervan, De Gnostische Evangeliën, ook met een voorwoord van Gilles Quispel. Het boek van Pagels veroorzaakte een storm in het Amerikaanse halfrond omdat zij het opnam voor de ‘ketters’. Vele buitenlandse auteurs over de Nag-Hammadigeschriften verwijzen uitdrukkelijk naar de grote inzet van Gilles Quispel.
Anno 2022 zijn de Nag-Hammadigeschriften in verschillende talen vertaald, meestal voorzien van tekstueel en spiritueel commentaar. Nog nimmer is er zoveel aandacht geweest voor gnosis en spiritualiteit als in onze tijd, waarin tallozen zoeken naar de achtergronden van het kwaad en de oorsprong van ons bestaan.

Tot slot van dit korte overzicht wil ik graag een van de promovendi van professor Quispel vermelden, de godsdiensthistoricus Annine van der Meer. In haar boek Van Sophia tot Maria. De wedergeboorte van de verborgen Moeder in de 21e eeuw toont ze treffend aan dat Jezus en zijn leerlingen, onder wie Maria Magdalena, de gnostische Sophia goed hebben gekend en op de hoogte zijn van haar geheime kennis hoe je in het goddelijke kunt opgaan en er een mee kunt worden. Puttend uit onder andere bronnen van haar leermeester, voegt ze via publicaties en lezingen een nieuwe dimensie toe aan het gnostisch onderzoek, het vroege christendom, de plaats van de vrouw in de godsdiensthistorie en de betekenis van de moedergodin. Ze is voorzitster en docent van de door haar opgericht Academie Pansophia.

Het Evangelie van Thomas en de katharen

Het Evangelie van Thomas heeft Gilles Quispel en mij bij elkaar gebracht. We mochten elkaar een aantal keren in een vriendschappelijke sfeer diepgaand ontmoeten, onder andere in verband met zijn bijdrage van het artikel ‘Gnosis als ervaring’ voor het boek Religie als levende ervaring (1988), dat ik op verzoek van uitgeverij Van Gorcum redigeerde en dat in 1990 als Duitse editie verscheen onder de titel Von Buddha bis C.G. Jung. Religion als lebendige Erfahrung. In dit artikel bespreekt Gilles Quispel onder meer Valentinus (door hem ‘de grootste gnosticus aller tijden’ genoemd), Mani, Jacob Boehme en enkele gnostische teksten uit de Nag-Hammadigeschriften.
Tijdens een van onze ontmoetingen zei ik hem dat ik van mening was dat de katharen, die in de 13e eeuw in Occitanië, vooral in de Ariège (Zuid-Frankrijk), zeer actief waren, het Evangelie van Thomas goed gekend hebben. Volmondig, ja zelfs met een brede glimlach, bevestigde Gilles mij dat dit zo is en dat de rooms-katholieke kerk dit evangelie niet alleen lange tijd bewust verborgen heeft gehouden, maar ook grote schrik had voor de ‘ketterse’ beweging die in veel Europese landen een grote invloed had: de katharen en albigenzen (Zuid-Frankrijk), de bogomilen (Oost-Europa), de paulicianen en messalianen (Armenië) en de patarenen (Italië). Een schriftelijke bevestiging hiervan vonden we later in zijn commentaar op logion 39 van zijn uitgave van Het Evangelie van Thomas (2004): ‘De katharen hebben waarschijnlijk Het Evangelie van Thomas overgenomen van de bogomilen van Oost-Europa.’

Toen Marijke en ik voor de eerste keer van Nederland naar de bergen in de Ariège verhuisden, waar we 11 jaar verbleven en op 9/11 (!) weer terugkeerden naar de lage landen (Brugge), wilden we voor ons vertrek afscheid nemen van een aantal cursisten en bekenden. Gilles Quispel sprak een afscheidswoordje, dat mijn hart raakte, in het besef, zoals ik hierboven schreef, dat de Nag-Hammadigeschriften en in het bijzonder het Evangelie van Thomas, ons bij elkaar hadden gebracht. Hij, die aanvankelijk zoveel weerstand ondervonden had bij het bekendmaken van de gnosis, heeft eens gezegd dat de nabije toekomst zeer ‘gnooskleurig’ zou zijn. En dat is uitgekomen!

Na de val van de Montségur op 16 maart 1244, waarbij aan de voet van de berg zo’n 205 katharen levend verbrand werden, deed een ingewijde kathaarse troubadour de volgende voorspelling: ‘Mais, apretx sept cents ans verdejo lé laurier sur cendrum des Martyrs!’ Dit is Occitaans voor: ‘Maar na 700 jaar zal de laurier weer groen worden op de crematieplaats van de martelaren.’

Deze troubadour moet op de hoogte zijn geweest van cycli die verband houden met de astrologische tekens van de dierenriem en de ontwikkelingen in en op de zon. Is het ‘toeval’ dat 701 jaar later in 1945 de Nag-Hammadigeschriften ‘bij toeval’ werden ontdekt en dat twee jaar later, eveneens ‘bij toeval’, de Dode-Zeerollen gevonden werden in grotten in de woestijn van Juda? Komen we via de Dode-Zeerollen meer te weten over de Essenen, de codices (papyrusboeken) van Nag Hammadi werpen een volkomen nieuw licht op het vroege, gnostische christendom, dat loodrecht staat op het christendom dat door keizer Constantijn I, de Grote (ca. 280-337) tot staatsgodsdienst werd uitgeroepen tijdens het eerste algemene concilie in Nicea (325). Hij verbond ‘zwaard en Bijbel’ en schrok er niet voor terug om een jaar later zijn vrouw Fausta en zijn zoon Crispus te laten doden.

Laurier, archonten en ‘val’ van de mens
Voor de katharen was de laurier het symbool voor de gnosis omdat hij zomer en winter groen blijft. In de inwijdingsmysteriën van de oudheid symboliseerde de laurier leven en dood en bovenal het proces van transformatie en transfiguratie (niet te verwarren met het diabolische transhumanisme). Nogal wat troubadoursliederen verhalen over de laurier. De katharen kenden het symbool van de duif met een lauriertakje in haar snavel, symbool van de Heilige Geest (de Parakleet) of het universele Bewustzijn, waarmee de leerling (croyant) weer verenigd kon worden als hij of zij, zoals het Evangelie van Thomas zo mooi beschrijft in logion 22, de twee weer één weet te maken. Bij dit ingrijpende innerlijk gebeuren wordt afscheid genomen van de wereld, die wordt geregeerd door ‘de prins der duisternis’ en zijn trawanten, in de gnostische geschriften respectievelijk bekend als de opperarchont en de andere archonten (heersers). De archonten worden in de Nag-Hammadigeschriften uitgebreid besproken en dienen gezien te worden in relatie tot ‘de oorlog die uitbrak in de (sterren)hemelen’ onder leiding van Lucifer, bekend als dé tegenstander van ‘het rijk van het Licht’, ook wel Satan (Hebr. voor ‘tegenstander’) genoemd.

De val van Lucifer

De archonten zijn verbonden met het drama van de ‘val’, vrij te vertalen als de ‘afdaling’ vanuit een andere planeet ‘naar de Aarde’ van de zogenoemde wachters, ‘gevallen’ engelen, nefilim of anunnaki. De wachters hadden geslachtsgemeenschap met ‘de dochters van de mensen op Aarde’, waardoor het menselijk geslacht genetisch ingrijpend veranderde en het geslacht der reuzen (giganten of titanen) ontstond. Stap voor stap werd reeds vanaf  ‘in den beginne’ een proces van verstoffelijking in gang gezet en de afkomst van de geestelijke zielenmens uit het ‘rijk van het Licht’ vergeten. De katharen noemden het ‘rijk van het Licht’, de onmetelijke ‘schatkamer van het Licht, ook bekend als de ‘Zon der zonnen’.

Een door de wachters gecreëerd rad van reïncarnatie werd in tijd en ruimte in werking gesteld om de mens van eon tot eon (tijdperk tot tijdperk) tot slaaf te kunnen maken en te houden in een ‘rijk van duisternis’ en onwetendheid. Het rad van reïncarnatie is de matrix waarin de mens gevangen wordt gehouden en staat in relatie tot bepaalde machtsgebieden ‘in de lucht’, waar de archonten over heersen. (Meer hierover is te vinden in Code rood )
In de matrix fungeert de mens als een soort ‘batterij’ die door bloedvergieting, waarbij lichtether vrijkomt, de archonten van ‘voedsel’ voorziet, waaraan ze kracht en macht ontlenen, waardoor de verzwakte mens hen slaafs blijft gehoorzamen (vgl. de film De Matrix).

Ook bij negatieve gevoelens als angst, wrok, haat en twist komt lichtether vrij die als voedsel dient voor de archonten, zij het minder krachtig dan bij het vergieten van bloed, zoals bij bloedoffers en oorlogen. Lichtether, een belangrijke energiebron voor de archonten, wordt  eveneens geroofd door mensen tegen elkaar op te zetten en verdeeldheid en chaos te scheppen. Het gaat hier om ‘de moeder van alle samenzweringen’, waar vooral Boek Enoch maar ook bepaalde Nag-Hammaditeksten in verschillende bewoordingen over spreken.

Boek Enoch en wapens
Enoch betekent ‘ingewijde’. Boek Enoch verhaalt uitgebreid over ‘de val’ van de wachters die de mens meesleurden in hun val waardoor ook hij, net als de wachters, ontaardde. In wezen gaat het om een oorlog die ‘in de (sterren)hemelen’ is ontstaan, waarbij een derde van de wachters tegen de schepping in opstand kwam, voortkomend uit jaloezie, machtswellust en haat, een mogelijkheid binnen de ‘vrije wil’.

Boek Enoch en de gevallen wachters

De wachters zijn krachtige entiteiten die door hun scheppend vermogen in staat zijn om immense velden (machtsgebieden) in de ruimte te creëren waarin levende wezens gevangen worden gezet. De grote gevolgen hiervan gold niet alleen de vele levende wezens in de ruimte maar ook op planeet Aarde, waar deze kosmische oorlog wordt uitgevochten. Ook andere overleveringen en religieuze tradities spreken over de ‘val’. De nog steeds dominerende evolutieleer van Charles Darwin sluit alleen maar aan op dat deel van het leven dat ‘ontaard’ is. Hoewel hij een tijd theologie studeerde, heeft Darwin nimmer aandacht gehad voor een mogelijke spirituele evolutie.
Een van de eerste dingen die de wachters de vredelievende mens van ‘in den beginne’ leerden, was het maken en gebruiken van wapens. Daarmee werd de basis gelegd voor al het latere geweld en oorlogsvoering, gevoed door begeerte, haat, wraak, wrok, jaloezie en talloze andere onheilzame gedachten, gevoelens en handelingen. Zo werd hun noodzakelijke ‘voedselvoorziening’, zoals hierboven beschreven, veiliggesteld. Het is niet voor niets dat alle verlichte leraren onderrichten om terug te keren naar ‘het rijk van het Licht’, ook wel het ‘rijk der hemelen’ of het ‘koninkrijk Gods’ genoemd. Er is een innerlijk proces van uitzuivering voor nodig om onheilzame gedachten, gevoelens en daden te vervangen door heilzame, zoals vergeving, mededogen, respect, waarheidlievendheid, vriendelijkheid. Zoals we water filteren om alle onzuiverheden weg te halen, zo kunnen we ook onze gedachten, woorden en daden filteren van onzuiverheden.

Bonhommes en de Montségur
Van het dramatische gebeuren van de ‘val’ van de mens en het ‘rijk der duisternis’ waren de katharen goed op de hoogte, evenals de albigenzen, paulicianen, bogomilen en de patarenen, met wie de katharen regelmatig contact hadden. Velen van hen waren vertrouwd met de mysteriën van de graal. Veel van de kennis van de katharen gaat terug op de Atlantische periode.

Bekijk de prachtige video van Montségur gemaakt door Lusado 

Nogal wat overleveringen en boeken bevatten mijns inziens ongefundeerde beweringen, interpretaties en projecties, vaak afkomstig van een organisatie of beweging die zich te veel vast wil houden aan wat zij als de juiste traditie ziet, waardoor het risico bestaat van dogmatisering. Naast de boeken en geschriften met betrouwbare bronnen, bestaat er tot de dag van vandaag ook een mondelinge traditie die de diepere kennis (gnosis) doorgeeft. Ook zijn er in onze tijd zielen op Aarde die zich van binnenuit vele dingen kunnen her-inneren en als ziel diep verbonden zijn met de gnosis.
In de verhandeling ‘Meno of over de deugd’ zegt Plato, dat de ziel in staat is zich al datgene te herinneren ‘wat ze tevoren al wist’. Velen hebben gedronken uit de ‘rivier der vergetelheid’ en zijn tijdens hun reis door tijd en ruimte vergeten wat de ziel van binnenuit al weet. Nogal wat wetenschappers en topfilosofen in de westerse beschaving en in landen waar bijvoorbeeld het communisme domineert, ontkennen het bestaan van de ziel volledig. Innerlijke kennis, gnosis, ontspruit nimmer uit het hoofd maar uit het hart en kan nooit gedogmatiseerd, georganiseerd of geïnstitutionaliseerd worden. In onze tijd zijn er nogal wat oudere zielen geïncarneerd die al op jonge leeftijd spirituele begaafdheden manifesteren en zich veel van vorige levens kunnen herinneren.
De katharen werden door de bevolking bonhommes (goede mensen) genoemd, ‘waarachtige christenen’, te vergelijken met hen die in het vroege christendom de weg van Jezus, de Christos volgden en daarom chrestoi werden genoemd. Chrestoi (Gr.) is afgeleid van chrestos, dat onder andere ‘goed mens’ betekent, iemand die het goede nastreeft, vooral in de zin van het Algoede, waarover Plato sprak. Het Algoede stijgt uit boven alle dualiteit, vooral de dualiteit van goed en kwaad. Jongeren en ouderen die toetraden tot de gemeenschap der katharen werden in al hun stappen begeleid door hen die ‘de weg’ kenden.

De Montségur was voor de katharen de mons securus (veilige berg), niet alleen door zijn ligging, maar vooral vanwege het kasteel op de pog (de top) in samenhang met bepaalde sterrenconstellaties en het zomer- en wintersolstitium. De grote invloed van bepaalde sterrengroepen en de intense geestelijke kracht van de zon komen vooral tot uitdrukking in de mysteriën van de graal. Niet zonder betekenis zei Hermes Trismegistos: ‘Zo boven, zo beneden.’ Overigens, na diverse herstelwerkzaamheden, correspondeert de huidige ruïne van het kasteel niet meer met de oorspronkelijke constructie, al zijn bepaalde markante onderdelen intact gebleven en heeft de Montségur tot de dag van vandaag een heel bijzondere energie behouden.

Deze video is beschikbaar via Ickonic, lees meer hierover

Erik van Ruysbeek en Het Evangelie van Thomas
In 1990 verscheen van de hand van de inmiddels overleden Vlaamse mysticus Erik van Ruysbeek en ondergetekende een heruitgave van zijn vertaling van Het Evangelie van Thomas en zijn poëtische reflectie op elk logion (1985), voorafgegaan door een inleidende beschouwing door ondergetekende. Het was het lievelingsboek van Erik. Met veel genoegen overhandigde ik toentertijd, mede namens Erik, een exemplaar aan Gilles Quispel, wiens grote inzet voor de Nag-Hammadigeschriften en speciaal voor Het Evangelie van Thomas uitdrukkelijk in dit boek is vermeld.
Zo’n 25 jaar lang mochten Erik en ik een dierbare vriendschap delen. Bij iedere ontmoeting ontsponnen zich diepe gesprekken. Soms zaten we alleen maar verstild bij elkaar, oog in oog. Humor ontbrak bij Erik nimmer. Hij schreef korte verhalen, novellen, romans en veel poëzie, vaak gebaseerd op een mystieke ervaring. Beiden beschouwen we Het Evangelie van Thomas als de kostbaarste parel van de christelijke gnosis. De 114 logia, uitspraken toegeschreven aan Jezus, bevatten een grote wijsheid en kennis voor het hart, los van institutie en dogmatiek. Zo verborg het Vaticaan heel bewust iedere vorm van informatie over de gnosis, zodat miljoenen mensen gevangen bleven in het web van geboorte en dood, en de weg tot bevrijding, de ware wedergeboorte, niet onderricht kregen. Daarvoor in de plaats werden hemel, hel, vagevuur en voorgeborchte gecreëerd, allemaal onderdelen van de matrix.
In de tijd van Jezus waren het de Farizeeën en de schriftgeleerden die de sleutels der gnosis ontvangen hadden, maar ze uit machtsoverwegingen verborgen hielden voor de zoekende mens om te verhinderen dat hij zou kunnen binnengaan in ‘het koninkrijk Gods’ (logion 39).

Witte Donderdag en het innerlijk Paasfeest
Erik van Ruysbeek begon zijn poëtische reflectie op Het Evangelie van Thomas op Witte Donderdag 1984. Precies twintig jaar later, op Witte Donderdag 2004 overleed hij en beleefde zijn innerlijk Paasfeest. In hetzelfde jaar verscheen de Poolse editie van Het Evangelie van Thomas en de vierde druk van de Nederlandse editie. Al eerder, in 1993, zag de Duitse vertaling het daglicht. Eriks vreugde was groot dat er nu eindelijk belangstelling was voor de gnosis, de weg tot ware bevrijding. Het was zijn dierbaarste wens dat de mens in kali-yuga (het donkere tijdperk waarin we nu leven) de gnosis vanuit het hart zou kunnen verstaan. Mijns inziens is de tijd nu volkomen rijp om de gnostische leringen van Jezus, waarvan de draagwijdte aanvankelijk alleen begrepen werd door zijn intieme leerlingenkring, te realiseren. Enkele decennia geleden is de ‘gnooskleurige’ tijd (Quispel) van de Nag-Hammadigeschriften eindelijk aangebroken.
Nu is er nog een kans om de weg tot bevrijding uit het rijk der duisternis te leren kennen en te praktiseren. Het is de weg die een definitief afscheid betekent uit deze in duisternis gevangen wereld, die naast kortstondige vreugden gekenmerkt wordt door het alsmaar draaiende rad van geboorte, ziekte, ouderdom en dood, kortom van veel lijden.

Het ‘goede bericht’: het evangelie
Het ‘goede bericht’ is dat er een absolute weg bestaat om zich voorgoed te bevrijden van het rijk der duisternis, van het kwaad, van het lijden. Principieel is de mens niet bestemd voor verdriet en lijden, maar voor tijdloos geluk. Dat is het ‘goede bericht’, een zeer verheugend bericht zelfs, dat volkomen realiseerbaar is en door Jezus via gnostische leringen onderricht werd. Het Griekse woord voor het ‘goede bericht’ is eu aggelion, dat bekend is geworden als ‘het evangelie’. Veel uitspraken van Jezus gaan over de ‘wedergeboorte uit water en geest’ (of ‘vuur’), de weg tot bevrijding. Tallozen hebben dankzij de gnosis het pad tot bevrijding gerealiseerd. Nogal wat leerlingen van Jezus wisten dat ‘water’ in relatie stond tot het ‘water des levens dat alle dorst lest’, gnosis, kennis van het hart, waardoor, indien toegepast, de bevrijding uit de matrix mogelijk wordt. Het is steeds opnieuw de tegenstander van het rijk van het Licht, Satan, ook wel Satanaël genoemd, die het zaad van verwarring en tweedracht in de ‘akker’ (het hart) van goedwillende mensen zaait om te voorkomen dat de mens de weg naar het Ene, de eenheid, kan realiseren en daardoor slaaf  blijft in het rijk der duisternis. Het woordje ‘duivel’ komt van het Griekse werkwoord diaballein, dat ‘tweedracht zaaien’, ‘belasteren’, ‘bedriegen’, ‘liegen’, ‘scheiden’ betekent en waarvan ook het woord diabolos, ‘belasteraar’ of ‘bedrieger’ is afgeleid, vertaald als ‘duivel’. Niet voor niets noemt Jezus de duivel de ‘lasteraar’, ‘de bedrieger’ en ‘de vader van alle leugenaars’. Hij is de ‘vorst der duisternis’, de opperarchont, ‘de ‘jaloerse Jaldabaoth’ uit de Nag-Hammadigeschriften. De grootste truc die de opperarchont heeft bereikt, is dat velen denken dat hij niet bestaat maar een projectie is van onze geest en dat het kwaad in de mens zelf ligt.

Satan, mozaïek uit het baptisterium in Florence

Oeroude strijd tussen Licht en duisternis
Vooral nu, in kali-yuga, is de oeroude strijd tussen Licht en duisternis duidelijk zichtbaar geworden. Momenteel vindt er een ‘eindstrijd’ plaats, die in de gnosis bekendstaat als ‘het einde der tijden’, d.w.z. dat een grote cyclus van een tijdperk ten einde loopt, waarna een nieuw tijdperk begint. In een ‘eindtijd’ worden veel opeengestapelde karmische lijnen op wereldniveau zichtbaar.
Veel jongeren hebben het in deze tijd zeer moeilijk. Ze zien vaak de zin van het bestaan niet (meer), lijden aan depressieve gevoelens, zijn de weg kwijtgeraakt en trachten zich soms op allerlei wijze te verdoven om de harde realiteit te ontvluchten. In het vorige artikel schreef ik hier al over. Triest genoeg beschikken nog maar weinig mensen over het inzicht waar het in het leven wezenlijk om gaat. In opvoeding en onderwijs is onwetendheid over de diepere betekenis van het leven vaak net zo groot als bij de jongeren die ernaar hunkeren.
Het is mijn uit ervaring geboren visie geworden dat zonder het goddelijke in het leven te erkennen en te herkennen, je volledig voorbijgaat aan de essentie van al wat is. Dat dit niets met godsdienst, ideologieën, kerken, tempels, moskeeën of synagogen heeft te maken, heb ik in diverse publicaties en in talloze lezingen naar voren gebracht. Het heeft te maken met het verkregen inzicht dat de ziel een enorm potentieel heeft en er van nature naar verlangt om terug te keren naar het ‘huis van de Vader’, het ‘rijk van het Licht’.
De duistere krachten die onze wereld zijn binnengedrongen trachten op sluwe wijze, vooral via smart-technologie, te voorkomen dat wij onze ware afkomst uit ‘het rijk van het Licht’ nog kunnen herinneren. Kortom, zij proberen ons af te snijden van het Licht, de bron van het leven.

De katharen waren zeer goed op de hoogte van de oeroude strijd tussen Licht en duisternis. Zij werden door de rooms-katholieke kerk dualisten genoemd, wat ze zeker niet waren. Ze wisten maar al te goed dat het Licht altijd zal zegevieren, want het Licht strijdt niet, brengt alle duisternis en alle kwaad op het juiste moment aan het licht. De katharen wisten ook dat de door de tijden heen gevoerde dramatische strijd tussen Licht en duisternis een oorsprong heeft, maar ook een einde, want er is een grens gesteld aan het kwaad. Soms is daar tragisch genoeg een oorlog voor nodig, zoals nu in Oekraïne, waar allerlei gruwelijkheden aan het licht komen en waar heel de wereld bij betrokken is. Stap voor stap kom je erachter hoe sluw het grote spel gespeeld wordt. Oekraïne betekent letterlijk ‘grensland’. Juist dit grensland, juist dit dramatische gebeuren, doordrongen van smart, lijden, dood, informatieoorlog en talloze leugens, nodigt ieder van ons op zielenniveau uit om een ‘grensbewoner’ te worden op Aarde, die in handen is van de vorst der duisternis. We zullen een keuze moeten leren maken om ín deze wereld te leven, maar niet meer ván deze wereld te zijn. We nemen de oeroude karmische strijd tussen Licht en duisternis scherp en aandachtig waar, maar zorgen ervoor dat we ons in gedachten, woord en daad niet met dit kosmisch drama identificeren en trachten we, door aandachtig te zijn, boven iedere dualiteit uit te stijgen. Dat wil niet zeggen dat we onverschillig worden, maar dat we ons handelen afstemmen op de stuwkracht van het Ene, de Ene.

Terug naar het Ene, de Ene
In eerste en laatste instantie is alles in handen van het Ene, de Ene. Dit is wellicht niet altijd te doorgronden, maar vanuit gnosis mag je soms de diepere betekenis hiervan begrijpen, want alles is met alles verbonden. De  Perzische mysticus en dichter Jalal-ud Din Rumi (13e eeuw) schreef vanuit een diepe ervaring: ‘Ik keek om mij heen en overal zag ik het Ene. Ik schouwde in mijn hart: een grondeloze zee van het Ene.’
De Rijnlandse mysticus Johannes Tauler (1300-1361), evenals Heinrich Seuse een leerling van Meister Eckhart, schreef: ‘Wie tot het Ene komt heeft alles, niet een deel maar het geheel.’ En in het Evangelie van Thomas logion 22 (twee keer twee!) leert Jezus ons dat je ‘het Rijk’ kunt binnengaan als je ‘de twee een maakt’. Dat betekent dat we alle dualiteit dienen te overstijgen om tot het Geheel, het Ene, de Ene te kunnen komen. Het is de vereniging met Bewustzijn, het Zelf, of, zoals de upanishads het noemen, met Dát.
‘Ik en de Vader zijn een,’ zegt Jezus (Johannes 10:30). Dit ‘Ik’ is niet het ego, maar onze goddelijke bestaansgrond, onze essentie, ons ware zijn, wat in de traditie van de advaita (non-dualiteit) het Atman of het Zelf wordt genoemd. Het Atman (Ik) is op het diepste niveau een met de Vader, het ongrondelijke Zijn, of Ungrund, waar de mysticus Jacob Boehme over sprak, een term die Erik van Ruysbeek in zijn mystieke en poëtische werk heeft overgenomen als ‘ongrond’.

 Wees achtzaam
Je moet wel bijna blind zijn om in onze tijd van verval en ‘omkering van alle waarden’ niet te zien dat leugen, twist, tweedracht, scheiding, afscheiding, verdeeldheid en opbraak overal doordringen. Het Sanskrietwoord kali betekent twist. Duidelijker kan het niet. De Boeddha sprak herhaaldelijk over Mara, de Boze, die de rust in het hart van de mens verstoort.

Mara

In nogal wat religieuze tradities wordt het kwaad niet als een abstract iets gezien, maar als een bestaande entiteit, een duistere leider met zijn trawanten, zoals we zagen in de Nag-Hammadigeschriften. Toen Jezus met zijn leerlingen in de buurt van Jeruzalem op de Olijfberg zat, sprak hij heldere taal in verband met de naderende ‘eindtijd’ (het einde van een grote cyclus).

‘Want velen zullen optreden in mijn naam en zeggen: “Ik ben de Messias”, en zo veel mensen op een dwaalspoor brengen. Jullie zullen horen over oorlogen en oorlogsgeruchten. Wees achtzaam en laat je niet bang maken, want dit moet gebeuren maar is het einde [van de grote cyclus] nog niet. Want het ene volk zal tegen het andere opstaan en het ene (konink)rijk tegen het andere, en er zullen op verscheidene plaatsen hongersnoden, pestilentiën [epidemieën] en aardbevingen zijn. Maar dit alles is het begin van de geboorteweeën.’
Mattheϋs 24:5-8 

 Oorlog overwinnen in onszelf
De geschiedenisboeken staan vol over oorlogen, maar niet hoe we de oorlog in onszelf kunnen overwinnen, hoe we in een wereld vol egoïsme, concurrentie, machtsvertoon, wrok, wraak, haat, geweld en leugen elkaar praktisch kunnen ondersteunen om een vredig mens te worden. Dat iedere overwinning in een oorlog tevens een nederlaag is en dat vrede alleen maar verkregen wordt door vrede in het hart en nimmer door wapens, komt in onze maatschappij nauwelijks of niet ter sprake.  De wapenindustrie en de mammon (Syrisch voor geldduivel) gaan handenwrijvend en lachend van plezier de wereld rond. Om een einde te maken aan de geschiedenis van de oorlog, is de werkelijke strijd die gestreden dient te worden de strijd in onszelf. In de zesde eeuw voor Christus zei de Boeddha al:

‘Niet wie in een veldslag
duizendmaal duizend man overwint
maar wie één mens, zichzelf, overwint,
is de grootste winnaar.’
Dhamapada, vers 103

En ongeveer in dezelfde tijd sprak Lao-tse woorden van gelijke strekking:
‘Waar legers kamperen, groeien distels en doornen.
Op grote oorlogen volgen jaren van onheil.’
Tao-te ching, uit spreuk 30

‘Wapens zijn onheilswerktuigen
en worden door alle schepselen gehaat.
Wie in tao [de ‘hemelse weg’] is,
gebruikt ze niet.
(…)
Kalmte en gelijkmoedigheid stelt hij bovenaan.
Als hij overwint, vindt hij er geen vreugde in,
want wie vreugde vindt in een overwinning
beleeft ook vreugde in het doden van mensen.
En wie vreugde beleeft in het doden van mensen
kan zijn doel in de wereld niet bereiken.
(…)
Een oorlog is te vergelijken met een begrafenis.
Als er veel mensen gedood worden,
beweent men ze met tranen van medelijden.
Daarom is een overwinning in de oorlog
te vergelijken met een begrafenis.’
Tao-te-ching, uit spreuk 31

En:
‘De overwinnaar veroorzaakt vijandschap,
de verslagene leeft in smart.
Gelukkig leeft hij die tot kalmte is gekomen,
vrij van overwinning en nederlaag.’
Dhammapada, vers 201

In de religieuze traditie zijn vele gelijkluidende uitspraken te vinden die ons systematisch onthouden zijn. Nogmaals: het eerste wat de ‘wachters’ de mens leerden, was het fabriceren en gebruikmaken van wapens voor oorlogsvoering. Denk hierover na, spreek erover, maak studie van de de geschiedenis van geweldloosheid, van de Boeddha, Mahavira, de Christus, Albert Schweitzer, Gandhi, Tolstoj, Peace Pilgrim, Thich Nhât Hanh en vele anderen.

Aanvaard nimmer wat de oude Romeinen leerden en wat nog steeds de lijfspreuk is van vele legeraanvoerders: Si vis pacem, para bellum (Als je vrede wilt, bereid je dan voor op oorlog).  Het was generaal Omar N. Bradley, voorzitter van de Verenigde Chefs van Staven van het Amerikaanse leger, die in een rede te Boston op 10 november 1948 de woorden sprak:

‘Wij hebben te veel wetenschappers, te weinig mensen van God. Wij hebben de geheimen van het atoom ontraadseld en de Bergrede verworpen. Onze wereld is er een van nucleaire reuzen en ethische dwergen. Wij weten meer van oorlog dan van vrede, beter hoe te doden, dan hoe te leven.’

Wat hard, heel hard nodig is, is vredeseducatie. Iedere dag. Thuis, op school, academie, hogeschool, universiteit, bedrijfsopleiding, studiecentrum… Duizenden geschiedenisboeken over oorlogen zullen geschreven blijven worden met de rode inkt van vergoten bloed, als de mensheid niet leert inzien dat alleen door een heilzame opvoeding in geweldloosheid en vrede, vrij van dogmatiek en ideologie, er meer vrede, verdraagzaamheid en respect kunnen ontstaan. De dharma (kosmische of universele wet), die al wat leeft beschermt, dient mijns inziens in alle aspecten van het leven centraal te staan. Daarover in het volgende artikel meer. Alle wijzen hebben hierover gesproken. De MAD-filosofie (Mutual Assured Destruction ofwel ‘wederzijds verzekerde vernietiging’) die het leven beheerst, is volstrekte waanzin, voortgekomen uit waanzinnige geesten. Het is MAD-NESS ten top. Waanzin! Jaarlijks worden duizenden miljarden aan de meest vreselijke wapens voor oorlogen besteed. Arrogante en vernietigende gedachten over ‘starwars’ hebben iedere worteling in liefde, licht en waarheid verloren. Het is genoeg geweest! Meer dan genoeg!

Wapens, wapenhandel en oorlogsindustrie, vaak verbonden met allerlei bedrijven, banken, geheime genootschappen en een aantal ‘organisaties’ die wereldwijd invloed hebben, zoals DARPA (Defense Advanced Research Projects Agency), de Navo, het WEF (World Economic Forum te Davos), de CFR (Council on Foreign Relations), de Trilaterale Commissie en de geheime diensten, zijn ronduit een morele schande voor de mensheid. Dat vele media, in handen van de machtselite, hier niet openlijk over (durven) schrijven, maakt het allemaal nog triester.
Een planeet waarop eeuw in, eeuw uit oorlog wordt gevoerd, vaak ook nog ‘in naam van God’, getuigt niet alleen van het ontbreken aan ethisch besef van wat het leven is, maar blokkeert op velerlei wijze de ultieme mogelijkheid van een spirituele evolutie van de mensheid. Militaire onderscheidingen, medailles, strepen en balken op legerkleding, krijgsraden, kadaverdiscipline, robotisering van militair gedrag, jaarlijks terugkerende dodenherdenkingen ter ere van hen ‘die als helden op het strijdveld van eer zijn gevallen’, vlagvertoon en trompetgeschal voor het graf van de onbekende soldaat… Het zijn tragische uitingen van onwetendheid maar vooral van manipulatie door de archonten, die ervoor verantwoordelijk zijn dat er steeds opnieuw ‘meren van bloed worden geplengd’ (de Boeddha) om hen te voorzien van ‘bloed’, waar ze hun aan kracht ontlenen en daardoor hun macht kunnen behouden, zodat wij onwetend hun slaven blijven. Zo worden we letterlijk hun ‘slacht-offers’, tenzij we heel snel wakker worden, de majesteit van ons mens-zijn gaan beseffen en de ultieme mogelijkheid tot godrealisatie gaan vervullen. Het is die enorme potentie van de mens waar de archonten jaloers op zijn en die ze vrezen, omdat ze hierdoor hun macht kwijt kunnen raken. Om tot het diepe mysterie van wie of wat God is door te dringen, is het belangrijk dat we alle ingesleten ideeën over God en goden ver achter ons laten
Zie ook de video van Marcel’s lezing ‘Wie of wat is God’

Hoe nu verder?
Overweeg het voorgaande, denk er kritisch over na en voel of iets ervan in jou resoneert.  Ga op onderzoek uit, alleen of met anderen. Neem nooit iets klakkeloos als waarheid aan, noch van mij, noch van anderen. Handel altijd vanuit zelfautoriteit en nooit op gezag van een ander, want als je dat doet geef je de ander macht, wat al door heel de geschiedenis heen gebeurt. Stop daar voor eens en altijd mee. Maar als je dingen herkent, ga daar dan vol vertrouwen mee aan de slag. Lees, mediteer, bestudeer boeken die de machtselite onmiddellijk zou willen verbieden, want stel je voor dat je hun duizend en een leugens door begint te krijgen waardoor hun aanklacht dat jij je bezig zou houden met complottheorieën haar kracht totaal verliest!

Pas dan kan de continue hersenspoeling ophouden, omdat we de in onze hersenen ingebrachte culturele, politieke, sociale en vooral godsdienstige ballast voorgoed verbranden in het vuur van inzicht. Zoek contact met mensen die enigszins op jouw lijn zitten en ook vragen hebben over het kwaad in de wereld en waarom de wereld eruitziet zoals ze eruitziet. Bespreek met hen wat je ontdekt hebt en wat dat aan eventueel nieuwe vragen bij je oproept. Ga verder met je onderzoek, zowel mondeling als in geschrift. Besteed geen aandacht aan dingen waar je niks mee kunt, maar borduur voort op wat je herkent en innerlijk weet en voelt. Vertrouw hierop voor 100%. Mocht je twijfelen aan de betrouwbaarheid van iets wat je leest of hoort, schuif het terzijde en ga verder met datgene wat in je resoneert. Uit ervaring weet ik dat dit een geweldige stimulans is om voort te gaan op de ingeslagen weg.
Dit is de reden waarom ik in het begin van dit artikel ben ingegaan op de persoonlijke ontmoetingen met Gilles Quispel en Erik van Ruysbeek en wat dat in mij teweeg heeft gebracht. Het Evangelie van Thomas en andere gnostische geschriften waren mij al bekend voor deze ontmoetingen, maar om vanuit innerlijk weten en ervaren te mogen delen in elkaars vreugde omdat je het wederzijds herkent, voegt een extra dimensie toe aan de vreugde, te weten dat steeds meer mensen beginnen in te zien dat ware bevrijding, los van godsbeelden, dogma’s en instituten, het belangrijkste doel van het leven is.

Een spiritueel leven trachten te leiden betekent niet dat je neutraal of passief op je stoel blijft zitten en vooral zoveel mogelijk aan je eigen bevrijding denkt. Tracht ín de wereld te zijn, maar niet ván de wereld, woorden van Jezus zelf. Vanuit een bewust in het leven staan kun je instrument zijn van het Ene. Wat je ook onderneemt, alleen of met een groep, handel altijd vanuit een vredelievende geest, zonder een softie te zijn met een gebroken geweertje op je kleding. Dat is pseudopacifisme dat de kogels verbergt in de opslagplaats van je hart, waar maar al te vaak een stille oorlog woedt. Een van binnenuit vredelievend mens heeft geen enkele uiterlijke signatuur nodig. Zijn eigen denken, spreken en handelen is zijn signatuur.
Denk hierover na, pas toe waar jij je toe in staat voelt, spreek er over met anderen en weet dat actie op de juiste tijd en de juiste plaats vanuit de juiste levenshouding zeer veel teweeg kan/mag brengen. Dwing anderen hierin niet, nodig uit en respecteer andere visies.
Hoeveel bloed zal er nog gestort worden voordat het innerlijk Pasen aanbreekt?
Van harte hoop ik dat dit artikel, waarin ik een aantal gnostische bronnen heb gebruikt die mij nog steeds inspireren, een aansporing is om op zoek te gaan naar het ‘koninkrijk Gods’ in je, dé centrale boodschap van Jezus die eens de woorden sprak: ‘Wie zal mijn naam in de eindtijd nog durven noemen?’

Graag wensen Marijke en ik jullie allen een vredig en tijdloos innerlijk Pasen toe!
Blijf goede moed houden en vertrouw op het Licht.
En vergeet niet dat we komen uit het Licht en altijd kunnen terugkeren naar het Licht.

© Marcel Messing

Lees ook het bij deze nieuwsbrief aansluitende gedicht: Ik heb hem gekend

 

 

 

Related Nieuwsbrief